In Nederland is al langere tijd aandacht voor de toepassing van gedragsinzichten. Vanaf 2004 is binnen de Nederlandse overheid geleidelijk interesse ontstaan voor de inzichten uit de gedragswetenschappen en hun toepassingsmogelijkheden in beleid. Defensie heeft in 2004 de eerste eenheid voor psychologische operaties opgeleid, getraind en ingezet in Afghanistan. In 2009 gaat bij de Belastingdienst het team gedragsverandering van start.
WRR rapporten: de mens is niet rationeel
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) benadrukt ook steeds meer het belang van de toepassing van inzichten uit de gedragswetenschappen in beleid. In de rapporten ‘De menselijke beslisser’ (2009), ‘Met kennis van gedrag beleid maken’ (2014) en ‘Eigen schuld’ (2016) bepleit de WRR dat het beeld van de mens als bewuste, calculerende, rationele beslisser incompleet, ondoelmatig en ineffectief is. Door uit te gaan van een realistischer mensbeeld krijg je niet alleen effectiever en efficiënter beleid. Ook biedt het de overheid nieuwe mogelijkheden om het gedrag van burgers en bedrijven te beïnvloeden, bijvoorbeeld door ingrepen in de keuzearchitectuur. In 2017 brengt de WRR het rapport ‘Weten is nog geen doen: een realistisch perspectief op redzaamheid’ uit, waarin de WRR aanbeveelt om in beleid uit te gaan van een realistische inschatting van het doenvermogen van burgers.
2014: gedragsinzichten breken door
In 2014 beleeft de toepassing van gedragskennis een doorbraak in Nederland. Naast de WRR brengen ook nog 2 andere adviesraden rapporten uit waarin zij de regering adviseren om gedragsinzichten in het gehele beleidsproces te benutten. In reactie op deze rapporten spreekt het kabinet de verwachting uit dat de sterkere toepassing van gedragsinzichten de overheid doeltreffender en doelmatiger maakt. De afspraak is dat alle ministeries gaan experimenteren met het toepassen van gedragsinzichten op verschillende beleidsthema’s. Dit is voor veel ministeries, uitvoeringsinstanties en toezichthouders aanleiding om kleine expertiseteams of kennisnetwerken rond gedrag op te zetten.
Toepassen van gedragsinzichten versus nudges
De toepassing van inzichten uit de gedragswetenschappen, kortweg gedragsinzichten, wordt vaak gelijk gesteld aan het gebruiken van nudges. Dit is onterecht. Nudging is slechts een deelaspect van hetgeen de gedragswetenschappen te bieden hebben. De grote meerwaarde ontstaat als in beleid, dus ook bij klassieke beleidsinstrumenten als wetgeving, financiële prikkels en informatievoorziening structureel aandacht komt voor het toepassen van gedragsinzichten. In de kabinetsreactie uit 2014 wordt uitgebreid ingegaan op onderscheid tussen de bredere toepassing van gedragsinzichten en nudges als deelaspect hiervan. De relevante passages vind je hier.
Oprichting BIN NL
Ook wordt vanaf 2014 de samenwerking gezocht over de grenzen van departementen heen. Een mijlpaal is in 2014 de oprichting van het Behavioural Insights Netwerk Nederland (BIN NL), het gedragsnetwerk waaraan alle ministeries deelnemen om kennis en ervaringen te delen. In 2017 geeft BIN NL met het rapport ‘Rijk aan gedragsinzichten’ een State of the art van de toepassing van gedragsinzichten bij de Rijksoverheid en wat dit oplevert.
Waar staan we nu
In de drie edities van de publicatie Rijk aan gedragsinzichten staan veel voorbeelden van hoe met de toepassing van gedragsinzichten effectiviteits- en efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt in de uitvoering van en het toezicht op beleid. Het gaat hierbij meestal om kleine kosteneffectieve aanpassingen in de communicatie, in bijvoorbeeld brieven, e-mails of formulieren, die kleine tot middelgrote effecten hebben. Maar zeker bij grote aantallen tot substantiële besparingen of verbeteringen in de overheidsdienstverlening kunnen leiden. Om in toenemende mate dit soort besparingen en verbeteringen te realiseren in de uitvoering en het toezicht biedt BIN NL ondersteuning door ervaringen en methodologische kennis te bundelen.
Gedragsinzichten: toegevoegde waarde in hele beleidscyclus
Het toepassen van gedragsinzichten kan behalve in de eindfase van een beleidscyclus juist ook veel meerwaarde hebben vroeg in de beleidscyclus: bij de probleemanalyse en bij de keuze voor een bepaald beleidsinstrument. In de praktijk blijft de toepassing van gedragsinzichten in beleid nog achter in vergelijking met uitvoering, toezicht en communicatie. Tijdsdruk, routinematige gedrag en een historische gegroeide sterke focus op financiële en juridische prikkels zijn enkele verklaringen hiervoor. Het vraagt enige tijd en experimenteerruimte om een gedragsanalyse te maken en interventies te testen in het begin van de beleidscyclus. BIN NL jaagt de toepassing van gedragsinzichten in de beleidsontwikkeling aan middels interne agendering, intervisie en het delen van best practices.
Meer lezen
- ‘De menselijke beslisser’, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2009.
- ‘Met kennis van gedrag beleid maken’, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2014.
- ‘Doen en laten: Effectiever milieubeleid door mensenkennis’, Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, 2014.
- ‘De verleiding weerstaan: grenzen aan beïnvloeding van gedrag door de overheid’, Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling, 2014.
- ‘Eigen schuld’, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2016.
- ‘Weten is nog geen doen’, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2017.
- ‘Rijk aan gedragsinzichten’, Behavioural Insights Netwerk Nederland, 2017.
- ‘Rijk aan gedragsinzichten’, Behavioural Insights Netwerk Nederland, 2019.
- 'Rijk aan gedragsinzichten', Behavioural Insights Netwerk Nederland, 2021.
- 'Gedragsadviezen': Gedragswetenschappelijk perspectief op vijf grote maatschappelijke vraagstukken: klimaat, digitalisering, kansengelijkheid, wonen en niet-gebruik van voorzieningen, Behavioural Insights Netwerk Nederland, 2022.