Weer aan het werk? Denk aan je toeslagen!

Michelle van Laethem

In een gedragsanalyse kijk je naar de onderliggende factoren van gedrag: wat zorgt ervoor dat mensen zich gedragen zoals zij zich gedragen? Op basis van een gedragsanalyse kunnen interventies worden ontwikkeld. Hieronder delen we ter inspiratie enkele recente gedragsanalyses uitgevoerd binnen de (rijks)overheid.

In dit onderzoek onderzochten we waarom burgers niet aan hun actieve meldplicht voldoen en welke (gezamenlijke) interventies dit gedrag kunnen verbeteren.

Aanleiding

Mensen met een WW-uitkering die (deels) gaan werken én één (of meerdere) toeslag(en) via Dienst Toeslagen ontvangen, hebben een actieve meldplicht bij zowel UWV als Toeslagen. Dit betekent dat ze een wijziging in hun situatie tijdig bij de desbetreffende organisaties moeten melden. Niet alle burgers voldoen aan hun actieve meldplicht, zowel bij UWV als Toeslagen.

Doelgroep 

Mensen met een WW-uitkering die (deels) gaan werken én één (of meerdere) toeslag(en) via Dienst Toeslagen ontvangen.

Opzet

Eerst hebben UWV en Toeslagen gezamenlijk een data-analyse uitgevoerd. Het doel was om de aanname te toetsen dat er overlap is tussen burgers die bij UWV en burgers die bij Toeslagen niet aan de actieve meldplicht voldoen. Vervolgens hebben we een gedragsanalyse uitgevoerd om te achterhalen waarom burgers niet aan de actieve meldplicht voldoen. Binnen dit onderzoek hebben we de volgende onderzoeksmethoden ingezet:

  • Literatuurscan
  • Klantreisanalyse (uitgevoerd door UWV en Toeslagen)
  • Interviews met 13 mensen met een WW-uitkering
  • Focusgroepen
  • Vragenlijst onder 331 mensen die vanuit een WW-uitkering recentelijk aan het werk zijn gegaan en toeslag(en) ontvangen

Resultaat 

De gedragsanalyse laat zien welke factoren invloed hebben op het (al dan niet) doorgeven van een wijziging. Hierbij maakten we onderscheid tussen factoren die invloed hebben op weten, willen, kunnen en doen.

Weten
Uit de gedragsanalyse blijkt dat niet alle burgers met een WW-uitkering weten dat ze zelf een wijziging door moeten geven. Ongeveer 70% weet niet dat ze zelf een werkhervatting aan UWV door moeten geven. En slechts 50% van de burgers weet dat ze zelf een inkomenswijziging door moeten geven aan Toeslagen.

Willen
Te laat of niet doorgeven van een inkomenswijziging bij Toeslagen vergroot de kans op een terugvordering. Burgers die hiermee te maken hebben gehad, geven aan gemotiveerd te zijn wijzigingen tijdig door te geven. Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat maar liefst 40% van de burgers niet weet dat het niet of te laat doorgeven van een inkomenswijziging tot een terugvordering kan leiden.

Kunnen
Doorgeven van een wijziging doe je digitaal. Burgers geven aan dat de website van UWV moeilijk te gebruiken is met een smartphone. Uit de gedragsanalyse blijkt dat burgers zonder toegang tot een computer (maar wel een smartphone) minder vaak de werkhervatting doorgeven. Een ander obstakel, voor Toeslagen, is dat burgers het moeilijk vinden om hun inkomen te schatten. Maar liefst 60% van de burgers heeft hier moeite mee. Sommige burgers geven daarom liever geen wijziging in het inkomen door, dan een verkeerd (verwacht) inkomen, uit angst voor negatieve gevolgen.

Doen
Uit gesprekken met de burgers blijkt dat de periode rondom het verliezen, zoeken en vinden van werk gepaard gaat met stress. Ongeveer 30% tot 40% van de burgers heeft last van stress of een gebrek aan geld, wat essentiële functies zoals plannen en volhouden van gedrag bemoeilijkt.

Interventie

Op basis van de inzichten uit de gedragsanalyse, werd ervoor gekozen om de interventie op twee overkoepelende factoren te richten. Namelijk, weten en kunnen. Het streven was om burgers met een WW-uitkering te bereiken als ze op het punt staan om met een (nieuwe) baan te beginnen. Het inkomen van deze burgers stijgt hoogstwaarschijnlijk doordat ze meer gaan verdienen dan ze deden toen ze een WW-uitkering ontvingen. Daarom is het voor hen relevant om een inkomensstijging zo snel mogelijk door te geven aan Toeslagen.

Er werd ervoor gekozen deze burgers vlak voor beëindiging van hun WW-uitkering te benaderen met de interventie. UWV stuurt op dit moment in het reguliere proces al een (digitale) brief naar de burger: de brief ‘Beëindiging WW-uitkering’.

Er werd een gedragsexperiment uitgevoerd om de effectiviteit van de gedrags-interventie te meten. De experimentele interventie (de herschreven digitale beëindigingsbrief + website) werd vergeleken met een bestaande interventie (de reguliere digitale beëindigingsbrief). Na de implementatie van de interventies analyseerde het onderzoeksbureau het effect door te kijken hoeveel burgers een wijziging aan Toeslagen hebben doorgegeven en hoeveel mensen naar de website zijn gegaan.

De resultaten van de effectmeting laten zien dat de interventie er niet voor gezorgd heeft dat meer mensen een wijziging bij Toeslagen doorgaven, nadat zij de interventiebrief hebben gekregen in vergelijking tot wanneer zij de controlebrief kregen. Het enige significante effect is dat er minder contact is opgenomen met het UWV door mensen in de experimentele groep dan door mensen in de controlegroep.

Meer informatie

Deze gedragsanalyse is uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV, Dienst Toeslagen in samenwerking met Dijksterhuis & Van Baaren en Panteia.

Afbeeldingen

Bekijk ook

Cookie-instellingen